Weinig groenten kunnen zeggen dat ze met zovelen zijn. Gelukkig zijn er nog de zaadvaste rassen, maar er is een enorme keuze in de hybride soorten. Die zijn er vooral voor de beroepsteler.

• Saint Pierre: zaadvast ras dat vrij sterk is, heerlijk van smaak met een goede opbrengst (ronde vrucht)
• Moneymaker: oud Engels ras, goed voor de glasteelt, minder geschikt voor buiten ; gevoelig aan meeldauw ; een echte eettomaat en middelgroot van formaat (ronde vrucht)
• Marmande: grote vleestomaat, sterke soort ; doet het buiten ook goed
• Noire de Crimé: donkergekleurde grote forse tomaat ; oud ras ; gevoelig aan barsten
• Roma: minder geschikt als eettomaat, maar vooral gebruikt voor de aanmaak van tomatenpuree ; bevat een hoog droge-stofgehalte

• Beschikt u over een verwarmd "hotel" voor uw liefdesappels, dan kan het zaaien al beginnen in januari. De uitplant is dan voorzien voor einde maart/begin april. Geen warme serre, dan heeft vroeg zaaien geen zin. Tomaten zijn zuiderse vruchten en zijn heel gevoelig aan koude.
• Voor koude opkweek is zaaien rond half maart goed. De temperatuur van de opkweek ligt tussen 15 en 20 °C.
• Zaaigrond mag niet te rijk zijn aan voedingsstoffen. Hoog opgeschoten planten met weinig beworteling doen het later ook niet goed (te zwak).
• Zaaimengsel: 1/3 tuingrond + 1/3 bio-potgrond + 1/3 cocopeat of turf met wat lava- of basaltmeel is een goed mengsel.
• Zaden enkele mm diep leggen, om de 5 cm een zaadje. Grond waarin gezaaid is, goed aandrukken en afdekken met wat wit zand.
• Verspenen als plantjes ± 5 cm hoogte hebben in een mengsel van 50 % goed verteerde compost en 50 % cocopeat/potgrond of bio-potgrond. Wat extra lavagruis en bentoniet toevoegen is waardevol.
• De plantjes worden verspeend in potjes Ø 8 cm. Na een tweetal weken is de beworteling in de pot volledig en volgt een 2e verspening in een grotere pot Ø 15 cm.
• Wanneer die volledig zijn geworteld, zijn we half mei en kunnen ze onder glas of toch "onder dak".
• Deze vrucht houd van compost, maar vraagt toch niet teveel stikstof. Beter is wat vinasse te geven ; deze meststof van natuurlijke oorsprong bevat vooral kalium (potas). Het bevordert kleurzetting en smaak en versterkt ook de plant. Kan op voorhand gegeven worden of bij de groei bijgegeven.
• Okselscheuten op tijd weghalen ! Ze zijn voor niks nodig en kosten de planten extra energie.
• Water geven op regelmatige tijdstippen. Zorg dat het blad (als het kan) droog blijft.
• Toppen van de planten gebeurt onder glas op 5 bloemtrossen. Dan is het mogelijk om alle vruchten te laten afrijpen en voldoende groot te laten worden. Bij buitenteelt zal dit meestal op 4 trossen eindigen ; beschermen tegen de regen is dáár wel nodig.
• Witte vlieg is voor de tomaat onder glas een groot probleem, omdat ze honderden wondjes veroorzaakt aan de onderzijde van het blad en dit poorten zijn waarlangs Phytophtora of tomatenplaag binnensluipt.
• Spuiten met boerenwormkruid-extract op regelmatige tijdstippen helpt (1 kg vers materiaal op 10 liter water 48 uur laten trekken en zeven door doek).
• Spuiten met pyrethrum (biologisch) zal deze vlieg ook beperken.
• Stikstofovermaat is voor deze plant nefast, omdat dit groenkragen helpt versterken. Bovendien is er een verband tussen witte vlieg en overmaat aan stikstof.
• Te hoge zoutconcentraties (vooral in serres) zorgen voor slechte groei en kunnen neusrot veroorzaken. Ieder jaar grondig spoelen is een grote hulp.
• Sluipwespen zijn een natuurlijke vijand van de witte vlieg en worden ook ingezet ter bestrijding ervan.