Struikboontjes zijn er in geuren en kleuren. Toch kan je hier ook spreken van "gevestigde waarden".
De meest voorkomende zijn de boontjes met groene peulen.

Enkele bekende namen :

• Prelude : vroeg ouder ras, fijn van smaak maar moet vroeg worden geplukt
• Vroege Limburgse (Saxsa) : lichtbruin boontje, vroeg ras
• Dubbele Witte
• Chinees boontje: fijne boontjes, ook bijzonder geschikt om in te maken ; fijn van smaak en iets donkerder van kleur

Struikboontjes met paarse peulen : "Purple Queen". Een aloud ras, vrij productief, dat ook goed tegen de koude kan ; zonder draad en met peulen die mooi groen worden na het koken. En … ze bezitten net als Saxsa die echte bonensmaak ; liefst vers gebruiken.
Struikboontjes met gele peulen: hier is het "Boterkoning" die het meest bekend is. Voor de wat latere teelt is deze boon op zijn best.

• Deze lekkere groenten komen op het perceel van de "vlindergewassen" ; wordt niet bemest, maar geniet nog van de compost van vorig seizoen. Tweejarige oude compost kan wel gegeven worden, indien het jaar ervoor ook niets aan het perceel is gegeven.
• Houden van een bodem rijk aan humus, goed waterdoorlatend.
• Een natuurlijke fosforgift zien ze wel zitten onder de vorm van wat gemalen beendermeel. Fosfor bevordert de wortelontwikkeling en de bloemzetting.
• Het element stikstof is meestal in voldoende mate aanwezig, want ze maken het zelf, zoals alle vlinderbloemigen.
• De startdatum voor het planten van bonen is rond 10 mei, maar iets vroeger kan ook als het weer het toelaat en ze wat beschermd worden met een vliesdeken. Vroege Limburgse "Saxsa" zijn heel geschikt om het plantseizoen iets sneller van start te laten gaan.
• Rijafstand is 50 cm wat veel lijkt, maar boontjes kunnen fors uitgroeien en wanneer ze niet kunnen opdrogen na een regenbui, is schimmelaantasting nooit veraf.
• In de rij wordt om de 4 à 5 cm een boontje gelegd.
• Op lichte grond worden ze iets dieper gelegd : ± 5 cm. In zwaardere bodem is 3 cm voldoende. Lichtjes aandrukken en broezen met de gieter.
• Als ze een 15-tal cm hoog staan, worden ze aangeaard. Dit omdat boontjes een licht en eerder oppervlakkig wortelgestel hebben. Bij veel wind vallen ze om, liggen op de grond en dan is schimmelaantasting zo gebeurd.
• Koud en nat weer kan de opkomst fors inperken.
• Maar ook kan extreme droogte en warmte zoals de afgelopen weken het geval was, de opkomst flink in de war sturen.
• De plantperiode loopt tot eind juli. Bij later planten bestaat de kans dat de bloemen geen volwassen peulen meer afleveren.
• Zoals haar naam het zegt, zijn de bonen inderdaad het biotoop van de zwarte bonenluis. Afspuiten met een mengsel van 5 liter lauw water (30 °C), waaraan 3 soeplepels keukenazijn en 3 soeplepels natuurzeep worden toegevoegd. Goed mengen en met een drukspuit onder een goede straal zullen de luizen het na twee beurten voor bekeken houden.
• Een andere waardplant voor deze luizen is Oost-Indische kers. Daarom wordt die wel eens aangeplant om de zwarte luis van de bonen weg te houden.
• Ook de bonenkever kan voor schade zorgen. Gelukkig blijft hier de schade meestal beperkt.
• Spuiten met heermoes-thee : 1 kg verse planten laten trekken op 10 liter water gedurende 48 uur en zeven door een doek. Puur spuiten op het gewas versterkt de planten vooral tegen schimmelaantasting. Bevat veel kiezelzuur en de silicium versterkt de celwanden van de plant waardoor de aantasting door schimmels afneemt.